Update arbeidsrecht: gedeeltelijke verlening zachte landing handhaving zzp, gevolgen nieuwe Uitzend-cao 2026, wijzigingen bij de compensatie van transitievergoeding en meer

Snel naar

1. Wijzigingen per 1 januari 2026
   1. ‘Zachte landing’ handhaving zzp wordt gedeeltelijk verlengd (*) 
   2. Hogere kostprijs uitzendkrachten 2026
   3. Indexatie van het minimumloon
   4. Thuiswerk- en reiskostenvergoeding
2. Belangrijkste ontwikkelingen wetgeving
   1. Compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid alleen nog voor ‘kleine’ werkgevers
   2. Bereid u voor op de Wet implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen
   3. Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten (ook) door Eerste Kamer aangenomen
   4. Status wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en Zelfstandigenwet
      
      

I. Wijzigingen per 1 januari 2026

1. 1. 'Zachte landing’ handhaving zzp wordt gedeeltelijk verlengd (*)

      Per 1 januari 2025 is het handhavingsmoratorium voor de Wet DBA beëindigd en is er een overgangsfase zonde boetes ingegaan. Het kabinet heeft besloten de ‘zachte landing’ bij de handhaving rond de zzp’ers in 2026 gedeeltelijk te verlengen (en niet volledig te laten vervallen). Vanaf 2026 kunnen vergrijpboetes worden opgelegd bij opzet en grove schuld. Verzuimboetes worden in 2026 nog niet opgelegd. Dit deel van de zachte landing wordt dus verlengd. 

      Bij de beoordeling van arbeidsrelaties kijkt de Belastingdienst integraal naar alle omstandigheden, aan de hand van de zogenoemde en welbekende Deliveroo-criteria van de Hoge Raad (2023). Hierbij worden aanwijzingen voor zelfstandigheid en werknemerschap tegen elkaar afgewogen.

      Het is raadzaam regelmatig in kaart te brengen welke overeenkomsten en samenwerkingen een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid hebben, na te gaan of er feitelijk sprake is van een (verkapt) dienstverband en indien nodig contracten aan te passen of de samenwerking tijdig te beëindigen. Als hulpmiddel kan de Keuzehulp op Rijksoverheid.nl worden geraadpleegd. 

      (*) Let op: dit is gewijzigd ten opzichte van de nieuwsbrief van afgelopen maand in verband met een update.

   2. Hogere kostprijs uitzendkrachten 2026

      Per 1 januari 2026 treedt de nieuwe Uitzend-cao in werking. Uitzendkrachten krijgen dan recht op een totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden dat gelijkwaardig is aan dat van werknemers in vergelijkbare functies bij de inlener; de beperkte(re) inlenersbeloning vervalt. De hogere kosten zullen door uitzendbureaus worden doorberekend aan de inlener. 
      
      Essentiële arbeidsvoorwaarden (zoals loon, toeslagen, vergoedingen, arbeidstijden, vakantieduur en werken op feestdagen) moeten als geheel gelijkwaardig zijn en zijn alleen onderling uitwisselbaar. Niet-essentiële arbeidsvoorwaarden (overige extra’s, voorzieningen en regelingen) zijn onderling én met essentiële voorwaarden uitwisselbaar, zolang het totale pakket minimaal gelijkwaardig blijft. Het uitzendbureau bepaalt dit per uitzendkracht en stemt dit af met de inlener. 
      
      Voor opdrachtgevers en inleners is het belangrijk om alle arbeidsvoorwaarden van functies waarin uitzendkrachten werken in kaart te brengen, de vergelijking door het uitzendbureau actief te sturen (in verband met kosten en ketenaansprakelijkheid) en rekening te houden met hogere kosten in de begroting voor 2026. Lees ook onze blog over dit onderwerp. 

   3. Indexatie van het minimumloon

      Per 1 januari 2026 wordt het wettelijk minimumloon opnieuw geïndexeerd, nu met 2,16%. Het minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder komt dan uit op € 14,72 bruto (per 1 juli 2025 was dit € 14,40 bruto).  
       
      Bekijk de brutobedragen voor het minimumuurloon per leeftijd op de website van de Rijksoverheid.

   4. Thuiswerk- en reiskostenvergoeding

      Per 1 januari 2026 gaat de maximale onbelaste thuiswerkvergoeding voor werknemers omhoog van €2,40 naar €2,45 per dag. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding blijft in 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025, namelijk €0,23 per kilometer. 
      
      

II. Belangrijkste ontwikkelingen wetgeving

1. 1. Compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid alleen nog voor ‘kleine’ werkgevers
      
      Sinds 1 april 2020 kunnen werkgevers een vergoeding krijgen voor de betaalde transitievergoeding wanneer zij een werknemer ontslaan na langdurige arbeidsongeschiktheid. In een nieuw wetsvoorstel is bepaald dat deze compensatieregeling alleen nog zal gelden voor kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers. Grotere werkgevers (met 25 of meer werknemers) zouden dan dus geen compensatie meer ontvangen. 
      
      Het voorstel is in december naar de Tweede Kamer gestuurd en zal – als daarna ook de Eerste Kamer akkoord gaat – per 1 juli 2026 in werking treden. De Raad van State heeft eerder echter stevige kritiek geuit en adviseert om de verplichte transitievergoeding bij ontslag na twee jaar ziekte helemaal te schrappen. 

   2. Bereid u voor op de Wet implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen 
      
      Eerder dit jaar ging het Wetsvoorstel Implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen in consultatie. Het wetsvoorstel vormt de implementatie van Europese wetgeving en moet gelijke beloning bevorderen en loondiscriminatie bestrijden. Wij berichtten u al diverse keren over deze ontwikkeling. De belangrijkste voorgestelde wijzigingen: 
      
      •    Verbod op vragen naar salarisverleden tijdens sollicitaties;
      •    Recht voor werknemers op informatie over gemiddelde salarissen van collega’s in vergelijkbare functies;
      •    Verplichting voor werkgevers om objectieve looncriteria in te stellen (vaardigheden, inspanningen), niet gebaseerd op geslacht;
      •    Rapportageverplichting: jaarlijks voor >250 werknemers, driejaarlijks voor >100 werknemers;
      •    Uitbreiding van het instemmingsrecht van de OR. 
      
      De wet gaat grote impact hebben op het beloningsbeleid van werkgevers en wij benadrukken dat het van belang is om er in 2026 mee aan de slag te gaan. De invoering is uitgesteld en wordt verwacht per 1 januari 2027. Bereid u in de tussentijd voor, onder meer door loonstructuren en beloningsverschillen in kaart te brengen. 

   3. Wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling uitzendkrachten (ook) door Eerste Kamer aangenomen
      
      De Eerste Kamer heeft onlangs de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) aangenomen. Het wetsvoorstel introduceert een verplicht toelatingsstelsel voor het werken met ter beschikking gestelde werknemers. De verplichte toelating gaat gelden voor alle bedrijven die beroepsmatig arbeidskrachten ter beschikking stellen, zoals uitzendbureaus, consultancy-bedrijven, detacheerders, et cetera. Per 1 januari 2027 mogen deze bedrijven alleen nog actief zijn op de markt als zij officieel zijn toegelaten door de toelatende instantie, de Nederlandse Autoriteit voor de Uitleenmarkt (NAU). Hiervoor moeten zij aan diverse voorwaarden voldoen, zoals een normenkader en een waarborgsom. 
      
      Bedrijven die reeds over een SNA-keurmerk beschikken en per 1 januari 2027 werknemers willen blijven uitlenen kunnen profiteren van een overgangsregeling, waarvoor zij zich tussen 1 november 2026 en 31 december 2026 moeten aanmelden. 
      
      Voor meer informatie over de belangrijkste maatregelen leest u onze blog. 

   4. Stand van zaken Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en Zelfstandigenwet 
      
      Eerder dit jaar is het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) naar de Tweede Kamer gestuurd, waar het nu in behandeling is. Het voorstel legt bestaande rechtspraak – met name de Deliveroo-uitspraak van de Hoge Raad uit 2023 – vast in wetgeving en moet meer duidelijkheid bieden over het werken met en als zelfstandige(n). 
      
      Hoewel het kabinet in een brief aan de Kamer aandringt op een voortvarende behandeling, laten de eerste Kamervragen zien dat het voorstel tot nu toe op beperkt enthousiasme stuit. In onze nieuwsbrief van augustus 2025 stonden we al stil bij een alternatief wetsvoorstel van onder meer VVD, D66, CDA en SGP: de Zelfstandigenwet. Dit voorstel bevindt zich nog in een vroeg stadium (de definitieve tekst staat nog niet vast), maar op het moment van schrijven van deze nieuwsbrief zijn drie van deze partijen wel betrokken bij de formatie. 
      
      De behoefte aan meer duidelijkheid rondom (schijn)zelfstandigheid blijft onverminderd groot, zeker nu de Belastingdienst per 1 januari 2026 de handhaving op schijnzelfstandigheid weer oppakt. Het politieke draagvlak voor daadwerkelijke regulering op basis van het huidige Vbar-voorstel blijft vooralsnog dus nog achter. Wij houden u uiteraard óók in 2026 op de hoogte van de verdere ontwikkelingen! 

Heeft u specifieke vragen over deze update? Onze specialisten staan voor u klaar om juridisch advies op maat te bieden.