Eerder dit jaar schreef Antoinette Niebeek in deze blog al over het wetsvoorstel Toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta). De Tweede Kamer had het voorstel toen net aangenomen. Inmiddels heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wtta en staat het vast: het nieuwe toelatingsstelsel komt er. Vanaf 1 januari 2028 moet iedere onderneming die werknemers ter beschikking wil stellen aan inleners, daarvoor officieel ‘toegelaten’ worden tot de uitleenmarkt. De Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU), een nieuw ingestelde uitvoeringsorganisatie, zal de beoordeling van de toelating voor rekening nemen. Ook mogen ondernemingen die arbeidskrachten inlenen (inleners) alleen nog samenwerken met uitleners die zijn toegelaten. De gevolgen van de inwerkingtreding van de wet zijn groot, voor zowel in- als uitleners. Bas Blaauwhof vertelt u in deze blog hoe hiermee om te gaan.
Datum: 15 december 2025
Gewijzigd 15 december 2025
Geschreven door: Bas Blaauwhof
Leestijd: +/- 5 minuten
De belangrijkste boodschap: per 1 januari 2028 is het niet meer toegestaan om zonder toelating werknemers ter beschikking te stellen en vanaf die datum geldt ook een inleenverbod. Het is mogelijk om in aanmerking te komen voor het overgangsrecht, dat het mogelijk maakt om vanaf 1 januari 2028 tóch arbeidskrachten te blijven uitlenen, in afwachting van de beoordeling van de toelatingsaanvraag. Het hebben van een SNA-keurmerk is daarvoor noodzakelijk.
Tijdlijn met belangrijke momenten:
Om toegelaten te worden tot het nieuwe uitleenstelsel moeten uitleners aan een aantal voorwaarden voldoen. Het volgende stappenplan helpt uitleners bij het voorbereiden en doorlopen van de toelatingsprocedure:
Ook na toelating tot het uitleenstelsel dient de uitlener zich in te spannen om toegelaten te blijven. Ook gedurende de toelatingsperiode van vier jaar moeten uitleners zich regelmatig laten controleren door een aangewezen inspectie-instelling.
Een uitlener kan een ontheffing van de toelating aanvragen indien slechts in geringe mate sprake is van uitlening. Dat is het geval indien de inkomsten van het uitlenen minder zijn dan 10% van de totale inkomsten in een jaar én die inkomsten niet hoger zijn dan vijf miljoen euro per jaar.
De toelatingsplicht geldt ook niet voor intra-concern uitlening zonder winstoogmerk en voor uitleners binnen bepaalde branches, zoals beveiligings- en recherchebedrijven. De Minister kan daarnaast een uitzendverbod instellen binnen bepaalde sectoren.
De Nederlandse Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op de toelatingsplicht en start op 1 januari 2028 met handhaving. In dat kader stelt de Nederlandse Arbeidsinspectie in concrete gevallen vast of uitleners daadwerkelijk zijn toegelaten en of inleners daadwerkelijk alleen arbeidskrachten inlenen van toegelaten uitleners. De inspectie kan boetes opleggen aan partijen die zich niet aan de regels houden. Overtreding zou zelfs kunnen leiden tot het stilleggen van de werkzaamheden.
De Wtta heeft grote gevolgen voor uitleners en inleners. De uitlener die te laat een toelatingsaanvraag indient of niet wordt toegelaten, zal grote problemen ondervinden met betrekking tot zijn dienstverlening. Wij raden uitleners dan ook aan om zich tijdig voor te bereiden op de invoering van de nieuwe regels. Inleners moeten er voornamelijk voor waken dat zij geen arbeidskrachten inlenen van een niet tot het uitleenstelsel toegelaten uitlener.
Heeft u vragen over de Wtta, werken met flexwerkers of anderszins? Neem dan gerust contact op met onze specialisten.