De belangenafweging van het bestuur bij cash pooling

In een tijd waarin ondernemingen steeds vaker geconfronteerd worden met economische onzekerheden staat efficiënt cashmanagement hoger dan ooit op de agenda van CFO’s en treasury-afdelingen. Niet alleen multinationals, maar ook middelgrote ondernemingen, onderzoeken steeds vaker mogelijkheden om kasstromen zo optimaal mogelijk te beheren en gebruiken. De redenen hiervoor kunnen uiteenlopend zijn, bijvoorbeeld om financieringslasten te beperken en/of de afhankelijkheid van externe kredietverlening te verminderen. 

 

Efficiënt cashmanagement kan op verschillende manieren worden vormgegeven. In deze blog bespreken Reinier Pijls en Milad Hamidy één van de manieren van het optimaliseren van de kasstroom binnen een groep van vennootschappen: cash pooling. Hierbij gaan zij in op wat cash pooling inhoudt, de motieven daarvoor en de belangenafweging bij cash pooling. Tot slot bieden zij enkele handvatten om het risico op aansprakelijkheid te beperken. 

Datum:  25 september 2025

Gewijzigd  25 september 2025

Geschreven door:  Reinier Pijls en Milad Hamidy

Leestijd:  +/- 7 minuten

Wat is cash pooling?

In een groep van vennootschappen ('concern') beschikt iedere vennootschap doorgaans over een eigen bankrekening. Cash pooling is een arrangement dat wordt aangeboden door gespecialiseerde financiële instellingen, waaronder banken, om de verschillende kasstromen binnen een concern centraal te beheren. Een van de structuren van cash pooling is saldoconcentratie, ook bekend als: phyiscal cash pooling of balance concentration. Hierbij worden de creditsaldi van de bankrekeningen van iedere vennootschap automatisch overgeboekt naar een centrale (hoofd)rekening, ook wel master account genoemd. Variaties van saldoconcentraties komen in de praktijk voor. Zo kan de creditsaldi in het geheel worden overgeboekt naar de master account ('zero balancing'). Daarnaast bestaat ook een systeem van cash pooling waarbij op vaste tijdstippen alleen het deel van het creditsaldo dat boven een vooraf vastgesteld minimumsaldo uitkomt wordt overgeboekt ('constant balancing'). Een andere optie is dat, nadat het saldo van de dochters naar de master account is overgeboekt, er op vaste momenten weer een vooraf afgesproken bedrag wordt teruggestort naar de rekeningen van de dochters (zogeheten 'target balancing'). Zo blijft altijd een gedeelte van het creditsaldo beschikbaar op de rekeningen van de dochters, terwijl het grootste deel van het saldo centraal wordt beheerd. Tot slot komt het voor dat saldo pas wordt overgeboekt of tekorten worden aangevuld als een vooraf bepaalde grens wordt bereikt. Dit heet 'trigger balancing': er wordt pas actie ondernomen als het saldo boven of onder een bepaalde drempel uitkomt.

Naast saldoconcentratie, waarbij creditsaldi daadwerkelijk worden overgeboekt, bestaat ook een fictieve wijze van cash pooling. Bij 'notional cash pooling' (ook wel ‘fictieve’ cash pooling genoemd) wordt de creditsaldi niet werkelijk overgeboekt tussen de verschillende rekeningen. De bank doet alsof alle saldi bij elkaar worden opgeteld, zodat het lijkt alsof er elke dag mutaties plaatsvinden. Het is dus vooral een administratieve afspraak tussen de bank en de deelnemers, waarbij slechts virtueel wordt gerekend alsof alles samenvalt.

Waarom cash pooling?

Het centraal arrangeren van de geldstromen op één bankrekening kan voordelen bieden. Bij ieder van de eerdergenoemde methoden van cash pooling, wordt de rente veelal berekend over het totale bedrag dat op de centrale rekening (het 'masteraccount') staat. Vaak kan daarbij ook een krediet op deze centrale rekening worden verkregen, zodat het concern makkelijk financiering kan aantrekken als dat nodig is. Omdat de liquide middelen centraal beschikbaar zijn, hoeven de vennootschappen binnen de groep minder vaak of voor een lager bedrag externe financiering aan te trekken. Ze kunnen namelijk gebruikmaken van het overschot van andere groepsleden. Daarnaast kan het concern besparen op rentekosten, door de liquiditeit van verschillende bedrijfsonderdelen te bundelen. Het positieve saldo van de ene vennootschap wordt gebruikt om het negatieve saldo van de andere vennootschap te compenseren. Hierdoor betaalt de groep als geheel minder rente aan (externe) financier(s) en ontvangt meer rente over het gezamenlijke saldo. Tot slot heeft de centrale treasury-afdeling van het concern beter zicht op de financiële positie van de hele groep. Hierdoor kan adequater worden ingegrepen als ergens binnen het concern een tekort of overschot is.

Belangenafweging bij cash pooling

Het bestuur van een vennootschap dient in de eerste plaats het belang van de eigen vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. Dit belang loopt vaak parallel met het belang van het concern waarvan de vennootschap deel uitmaakt, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn.

Wat als de concernleiding instructies geeft aan het bestuur van de groepsvennootschap die mogelijk schuren dan wel tegenstrijdig zijn met het belang van de eigen vennootschap? Het bestuur van de groepsvennootschap heeft dan te beslissen om een instructie wel of niet op te volgen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Bij weigering een instructie uit te voeren loopt het bestuur mogelijk risico’s op consequenties vanuit het concern, zoals ontslag. Volgt het bestuur de instructie te makkelijk op, dan bestaat het risico op aansprakelijkheid jegens de vennootschap waarvan ze bestuurder zijn of in geval van faillissement jegens de curator.

Hoe dien je als bestuur hiermee nu om te gaan? In de praktijk kan men dit spanningsveld niet alleen bij cash pooling, maar ook bijvoorbeeld bij 'leveraged buy-outs' gecombineerd met 'debt-push downs' zien, zoals ook het geval was bij de Estro- en PCM-beschikkingen[1].

Bij een debt push down wordt een gedeelte van de overnameschuld doorgeschoven naar de onderneming die wordt overgenomen (de targetvennootschap).  Dit gebeurt bijvoorbeeld via doorleenconstructies of juridische fusies. In dat soort situaties wordt vaak grote druk ervaren door het bestuur van de targetvennootschap vanuit koper en verkoper en door de tijdsdruk die vaak met overnames gepaard gaat. De kern van de hiervoor genoemde rechtspraak om de rug recht te houden en een eigen afweging te maken, is echter in onze ogen breder toepasbaar: óók bij cash pooling dient per vennootschap afgewogen te worden of die betreffende vennootschap gediend is met de cash pooling en met de specifieke voorwaarden en vorm van die cashpool, nu dat zoals gezegd per cash pool arrangement aanzienlijk kan verschillen. Denkbaar is bijvoorbeeld dat een slecht draaiende vennootschap of vennootschap die veel moet voorfinancieren sterk gebaat kan zijn bij cash pooling, terwijl voor een goed draaiende vennootschap met voldoende liquiditeit dat niet perse het geval hoeft te zijn.

Het bestuur zal naar onze mening een brede, integrale belangenafweging moeten maken waaruit het belang van de vennootschap waarvan zij bestuurder is leidend is. Het bredere concernbelang is een factor die een belangrijke rol kan spelen, maar niet zonder meer doorslaggevend is. Het gaat erom alle plussen en minnen op een rijtje te zetten waaronder ook het mogelijk verhoogde financiële risico en uitholling van de eigen vermogens- en liquiditeitspositie. Uit de PCM- en Estro beschikkingen volgt dat bij deze gedegen, integrale belangenafweging een onafhankelijke, goed uitgewerkte rapportage noodzakelijk is. Dat geldt in ieder geval bij financieringsconstructies (zoals een leveraged buy-out met debt push down), maar in sommige situaties valt dit ook aan te raden bij cash pooling. Van belang is in ieder geval dat het bestuur de juridische en financiële structuur van cashpool begrijpt en de mogelijke consequenties die dat kan hebben. Hierbij kan juridische en financiële hulp van deskundigen noodzakelijk zijn omdat cash pooling een ingewikkeld financieel product is. Zeker als het initiatief van de cash pooling vanuit de moedervennootschap komt – hetgeen in de regel het geval zal zijn – is het voor het bestuur van groepsvennootschappen belangrijk hun eigen verantwoordelijkheid scherp voor ogen te hebben.

Met name bij zero balancing, waarbij groepsvennootschappen een belangrijk deel van hun (financiële) zelfstandigheid uit handen geven aan de treasury-afdeling van, meestal, de uiteindelijke moedermaatschappij, dient zorgvuldig gewikt en gewogen te worden. Dit komt doordat zero balancing ertoe leidt dat groepsvennootschappen geen eigen reserves kunnen opbouwen. Hierdoor ontstaat een stevige afhankelijkheid tussen de moeder- en dochtervennootschap. Het bestuur van de dochtervennootschap dient zich hierbij goed te realiseren dat door het afstorten een vordering ontstaat op de moedervennootschap die wel op enig moment terugbetaald moet kunnen worden. In de juridische literatuur wordt daarom wel bepleit dat, vanuit vennootschapsrechtelijk perspectief, een strikt zero balancing systeem moet worden vermeden. Deze problematiek speelt bij fictieve cash pooling minder een rol omdat de dochtervennootschap in de regel ‘gewoon’ toegang heeft tot en meestal rechthebbende blijft op ‘haar’ cash.

Een ander belangrijk punt in de afweging is dat het bestuur van de dochtervennootschap een inschatting moet maken of de vennootschap zelfstandig haar verplichtingen kan blijven nakomen, bijvoorbeeld bij constant balancing of target balancing, en dat het zich realiseert dat deelname aan cashpooling hoe dan ook inhoudt dat het in meer of mindere mate de autonomie over eigen kasstromen aantast.

Kortom, hoewel de lat voor aansprakelijkheid van een bestuurder hoog is, dient het bestuur van iedere groepsvennootschap zorgvuldig de voor- en nadelen van deelname aan het cashpool arrangement in kaart te brengen, af te wegen en niet zomaar te tekenen bij het kruisje omdat de concernleiding dat graag wil. Daartoe is een goed doorwerkte, onafhankelijke corporate benefits analyse beschouwd vanuit de eigen vennootschap cruciaal.

Slot

Cash pooling kan een nuttig instrument zijn voor ondernemingen die hun financiële stromen willen optimaliseren. Door het centraliseren van kasstromen kunnen groepen profiteren van lagere financieringslasten, betere rentecondities en meer overzicht over de liquiditeitspositie van het geheel. Ook kan het de afhankelijkheid van externe financiering beperken.

Tegelijkertijd brengt cash pooling, met name vormen als zero balancing, juridische aandachtspunten met zich mee. Bestuurders van groepsvennootschappen moeten zich bewust zijn van hun wettelijke plicht om het vennootschappelijk belang van hun eigen vennootschap te bewaken. Het zonder meer opvolgen van instructies van de concernleiding kan potentieel risicovol zijn. Het bestuur doet er verstandig aan om steeds kritisch een afweging te maken of deelname aan een cash pool en de gekozen vorm daarvan past binnen het doel en belang van de eigen vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. De meest aangewezen manier is om een gedegen 'corporate benefits analyse' te (laten) maken waarbij alle voor- en nadelen gewikt en gewogen worden zodat de besluitvorming goed kan worden gedocumenteerd. Aangezien cashpooling een ingewikkeld financieel en juridisch instrument is, valt het sterk aan te bevelen om hierbij een onafhankelijke, goed uitgewerkte rapportage van een deskundige te gebruiken, zeker omdat van het bestuur verwacht mag worden dat zij de juridische en financiële structuur van cashpool en de mogelijke consequenties daarvan goed begrijpt zodat de belangenafweging optimaal uitgevoerd kan worden.



[1] Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 10 januari 2008, Ondernemingsrecht 2008/37 (PCM I) en Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 27 mei 2010, Ondernemingsrecht 2010/91 (PCM II), Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 10 december 2019, Ondernemingsrecht 2020/48 (Estro).


Blijf scherp

Hebt u vragen over cash pooling en de belangenafweging daarbij? Neem gerust contact op met onze specialisten Reinier en Milad en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.

Contact