Standaardonderdelen van een project: mag elektrisch materieel worden betrokken in de voortoets?

De Afdeling heeft in de Rendac-uitspraak van 18 december 2024 uiteengezet welke maatregelen kunnen worden betrokken bij de beoordeling of significante gevolgen van een project op Natura 2000-gebieden op voorhand zijn uitgesloten (ook wel 'voortoets'). Uit vaste rechtspraak volgt dat mitigerende maatregelen niet mogen worden betrokken in die voortoets. In het Eco-Advocacy-arrest (ECLI:EU:C:2023:477) heeft het Hof van Justitie overwogen dat in de voortoets wél rekening mag worden gehouden met de positieve gevolgen van standaardonderdelen van een project die verplicht zijn voor alle projecten van dezelfde soort. Het gaat volgens het Hof om onderdelen die niet in het project worden opgenomen om negatieve gevolgen te beperken. De Afdeling sluit daarbij aan in de Rendac-uitspraak.

 

In recente uitspraken hebben rechtbanken Midden-Nederland en Oost-Brabant zich uitgelaten over de vraag of sprake is van standaardonderdelen als bedoeld in het Eco-Advocacy-arrest. Deze rechtbankuitspraken bespreekt Rosa Cuesta Valentin in deze blog.

#Omgevingswet
#projectontwikkeling
#stikstof

Datum:  10 juni 2025

Gewijzigd  10 juni 2025

Geschreven door:  Rosa Cuesta Valentin

Leestijd:  +/- 3 minuten

Wat houdt een voortoets in?

In het geval een project, zoals de bouw van een woonwijk, stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied, moeten de gevolgen daarvan worden onderzocht. In een voortoets wordt beoordeeld of op grond van objectieve gegevens is uitgesloten dat een project significante gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. Als significante gevolgen niet op voorhand kunnen worden uitgesloten, is een natuurvergunning nodig. De vergunning kan worden verleend als uit een passende beoordeling de zekerheid wordt verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet zal aantasten. 

Uitspraken rechtbanken Midden-Nederland en Oost-Brabant: geen standaardonderdelen van het project 

In een uitspraak van 9 mei 2025 van rechtbank Midden-Nederland staat de vraag centraal of voor twee biomassacentrales in Amersfoort een natuurvergunning vereist is. Het is de bedoeling dat de centrales warmte gaan leveren voor verschillende wijken en bedrijven in de stad. Volgens het college van gedeputeerde staten mag bij de beoordeling van de gevolgen van de biomassacentrales de afschakeling van woningen van aardgas worden betrokken, omdat de afschakeling aan de centrales te danken is. Gelet hierop betoogt het college dat de biomassacentrales geen toename van stikstofdepositie veroorzaken. 

De rechtbank gaat niet mee in dit betoog. De afschakeling van woningen van aardgas is volgens de rechtbank geen standaardonderdeel van het project. Dit betekent dat de positieve gevolgen van de afschakeling van woningen van aardgas niet bij de voortoets kunnen worden betrokken en een natuurvergunning vereist is. Dit oordeel wordt door de rechtbank niet (expliciet) onderbouwd. Het lijkt erop dat de rechtbank die conclusie (ook) trekt omdat in die zaak geen sprake was van één project, maar van twéé projecten. 

In een uitspraak van 25 februari 2025 van rechtbank Oost-Brabant ging het om de beoordeling van de gevolgen van de bouw van een bijgebouw aan de achterzijde van een woonhuis dat gelegen is in een Natura 2000-gebied. Het college van gedeputeerde staten betoogt dat significante gevolgen, gelet op het gebruik van elektrisch materieel bij de bouw, op voorhand zijn uitgesloten. 

De rechtbank volgt dit standpunt niet. Volgens de rechtbank kan het gebruik van elektrisch materieel niet als standaardonderdeel worden aangemerkt. De rechtbank overweegt dat elektrisch materieel steeds vaker wordt gebruikt in de bouw, maar dat zij het gebruik van elektrisch materieel niet als standaardonderdeel ziet bij ieder bouwproject. De maatregel kan daarom niet worden meegenomen in de voortoets. Bij bouwprojecten wordt volgens de rechtbank nog steeds gebruikgemaakt van materieel dat met dieselolie wordt aangedreven. Hieruit lijkt te volgen dat de conclusie dat sprake is van een standaardonderdeel ook kan worden gebaseerd op een wijdverbreide praktijk, maar wel alleen als dat voor alle projecten geldt. Volgens de rechtbank wordt bij dit project elektrisch materieel gebruikt om de nadelige gevolgen van het project te beperken. Het gaat om een mitigerende maatregel die in een passende beoordeling kan worden betrokken. 

Conclusie: mag het gebruik van elektrisch materieel nooit in de voortoets worden betrokken? 

Het is de vraag of het oordeel van rechtbank Oost-Brabant anders was geweest als de aanvraag op een andere manier was ingestoken. In de betrokken aanvraag en bijbehorende AERIUS-berekening is berekend welk gebruik van niet-elektrisch materieel kan worden toegelaten totdat sprake is van een toename van stikstofdepositie. Daarna wordt bij de bouw elektrisch materieel ingezet. Het is in dat geval te verwachten dat het gebruik van elektrisch materieel niet als een standaardonderdeel, maar als mitigerende maatregel moet worden gezien. Maar stel dat in de aanvraag was vermeld dat de projectontwikkelaar bij bouwprojecten uitsluitend gebruik maakt van elektrisch materieel. Het zou moeilijk te begrijpen zijn als het gebruik van elektrisch materieel in dat geval niet in de voortoets mag worden betrokken, maar in plaats daarvan moet worden uitgegaan van het gebruik van materieel dat met dieselolie wordt aangedreven. 

Daarnaast zou uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) kunnen worden opgemaakt dat het gebruik van elektrisch materieel een standaardonderdeel is van een project en daarom in de voortoets mag worden betrokken. In artikel 7.19a Bbl is namelijk bepaald dat bij het verrichten van bouwwerkzaamheden adequate maatregelen worden getroffen om de emissie van stikstofverbindingen naar de lucht te beperken. Hieruit zou een verplichting tot het gebruik van (zoveel mogelijk) elektrisch materieel in de bouw kunnen worden afgeleid. Dit zou betekenen dat dit gebruik als een standaardonderdeel van een project kan worden gezien.

Verder is in artikel 11.6 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) een specifieke zorgplicht opgenomen die initiatiefnemers kortgezegd verplicht om de nadelige gevolgen van een activiteit voor Natura 2000-gebieden te voorkomen. Uit deze bepaling kan echter niet zonder meer worden afgeleid dat het gebruik van elektrisch materieel een standaardonderdeel is. Het gaat hier namelijk om maatregelen die worden getroffen ter beperking van negatieve gevolgen. Zoals hiervoor gezegd, gaat het bij standaardonderdelen volgens het Hof om onderdelen die niet worden opgenomen om negatieve gevolgen te beperken. Het is afwachten hoe de rechter hierover oordeelt. 


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.

Contact

Meer over dit onderwerp: